DOMBURG – Het wordt zijn laatste jaar als bondsvoorzitter, om precies te zijn als scepter zwaaiend hoofd van de KNBB Vereniging Carambole(KVC). Jaap Labrujere uit het Zeeuwse Domburg stopt er volgend jaar mei mee na een periode van elf jaar als boegbeeld van de KVC, met 32 districten en een totaal van 23.400 leden verreweg de grootste sectie binnen de KNBB die in totaal zo’n 26.000 leden telt. Jaap Labrujere verhaalt over tien jaar besturen over de groene en blauwe lakens: ,,De belangrijkste conclusie is dat we de bond die destijds toen ik begon en volgens een bericht in de Telegraaf failliet was, met vereende krachten gezond hebben gemaakt. In het bijna 106-jarig bestaan van de KNBB was de situatie nooit zo rooskleurig dan op dit moment. Dit houdt overigens niet in dat we geen vinger meer aan de pols hoeven te houden. Gezond maken is gelukt. Nu moeten we het geheel gezond zien te houden!’’
Zijn motto voor het laatste jaar van zijn ambtsperiode: ,,Bindend willen zijn in biljartend Nederland.’’ Dat wil zeggen: Jaap Labrujere heeft er zijn laatste kunstje van gemaakt om de biljartende leden van de KNBB samen te laten spelen met biljarters uit de collega bonden. De Zeeuw komt met opvallende cijfers: ,,De KNBB heeft ruim 26.000 leden, de collega bonden hebben volgens de berekeningen tussen de 100.000 en 120.000. Laatstgenoemden spelen hoofdzakelijk bij clubs, verenigingen van kleinere- en grotere collega-bonden waar deze biljarters één of twee keer per week hun wedstrijden spelen. Van al die biljarters is zo’n tachtig procent lid van een club, maar geen lid van de KNBB. Het is een grote uitdaging om die biljarters samen te brengen onder de vlag van de KNBB, in persoonlijke toernooien en kampioenschappen, en wellicht later ook in competitieverband voor teams.’’
Twee dagen voor de start van de landsfinale (aanstaande vrijdag, zaterdag en zondag in Nieuwegein) kijkt de voorzitter terug èn vooruit. Hij is er niet weinig trots op dat hij met zijn bestuur de dalende lijn in het ledental heeft kunnen stoppen. ,,Ik kwam in het bestuur in een zorgelijke periode, waarin districten zich afmeldden en leden wegliepen. We zijn er langzamerhand in geslaagd districten weer voor ons terug te winnen. Maar stel je eens voor dat we dat nog veel grootser zouden kunnen aanpakken? Ik geef maar een voorbeeld: er is een bond in Midden Limburg met 1200 leden en in de Achterhoek met 4000. Daar moeten we als bond op inspelen en trachten hen en andere bonden de mogelijkheid te bieden zich aan te sluiten. Dit lukt alleen als we deze mensen de juiste voorwaarden kunnen bieden.’’
De Algemene Leden Vergadering heeft inmiddels toegestemd: de pilot kan van start gaan. ,,De KNBB moet ook toegankelijk worden voor niet-leden. De competities en kampioenschappen moeten spannender worden en de reistijden korter.’’
Hoe wij dat moeten zien? Jaap Labrujere: ,,Biljarters die lid zijn van KVC betalen € 28 contributie per jaar. Wij willen spelers van buiten de KNBB mee laten spelen voor een bijdrage van € 14 (dagspelers voor € 10). Daarvan gaat vijf Euro naar de KNBB en het restant is voor het organiserende district. Voor dit bedrag is iemand voor één jaar lid en kan hij of zij deelnemen aan één discipline. Ik noem het een deelnemers-contributie. Wij zijn ervan overtuigd dat dit de toekomst is en daar mogen we ons niet meer voor wegsteken. De deur gaat open voor persoonlijke kampioenschappen waar de deelname de laatste jaren erg laag was. Slechts een kleine twintig procent van de biljarters neemt deel aan individuele kampioenschappen. Het is een proef, dit eerste jaar, en heet ook niet voor niets een pilot. Het is de enige manier om biljartend Nederland te binden en voor nieuwe impulsen te zorgen.
Jaap Labrujere, gehuwd met zijn Lenie, wil aan het einde van zijn laatste jaar kunnen zeggen: we hebben de eerste stap gezet, het is een succes gebleken en we gaan dat verder uitbouwen. Tot die tijd is de Zeeuw, zelf een bescheiden speler, de drijvende kracht achter het proces.
Hij kijkt terug op het seizoen met een redelijke tevredenheid. Het Europees Kampioenschap was goed voor Nederland met 9 medailles (waarvan slechts één gouden medaille van Sam van Etten), hoewel minder als voorgaande kampioenschappen. Maar goed, dat is tevens een teken dat er vanuit andere landen meer concurrentie komt en dat de klassieke spelsoorten populair blijven en daarbij kan het niet altijd zijn zoals twee jaar geleden op het EK. Toen hadden we de wind wel heel erg in de zeilen en waren de Nederlanders medaillekaper nummer één!’’
Behalve dit grote internationale evenement bestaat onze kalender vooral uit de nationale kampioenschappen van de lagere tot de hoogste klassen. Voor de lagere klassen is dikwijls meer belangstelling dan voor de hogere klassen. Vriend, vriendin, ouders, grootouders en fans komen kijken als deze spelers een landsfinale spelen. Dan zie je vaak tranen als het Wilhelmus wordt gespeeld, het raakt mensen, het maakt emoties los. Dat is anders bij kampioenschappen in de hoogste klassen. Daar valt ook de belangstelling, helaas, vaak tegen. Hoe lager de klasse, hoe meer publiek, hoe merkwaardig dat ook klinkt.
Speerpunten in ons beleid zijn onder meer:
- De dagcompetities, waaraan iedereen kan meedoen, blijven stimuleren.
- Hard werken aan de groei van leden.
- De dames verder promoten binnen Nederland, onder andere met de start dit seizoen van een NK driebanden-klein.
- Nieuwe spelvormen zoals 5-pins, breed uitdragen en verder bekend maken.
- Natuurlijk moeten we ook het jeugdbiljarten blijven stimuleren. Ondanks dat we weten dat het heel moeilijk is aanwas te vinden, mag onze aandacht voor het jeugdbiljarten niet verslappen!
Jaap Labrujere: ,,We zijn kritisch aan het kijken naar bestaande disciplines. Neem bijvoorbeeld Biljart Artistiek. Dat kan in mijn beleving spectaculairder en flitsender en wij denken dat het publiek dan weer terug zal komen want het is en blijft een mooie discipline. Dit geldt natuurlijk ook voor de klassieke disciplines. We moeten ons afvragen hoe we het sneller, aantrekkelijker en daarmee beter kunnen maken.
Zaterdag vertrekt hij naar de traditionele landsfinale, waar de kampioenen van de teamcompetities om de landstitel spelen onder de sportieve leiding van Ruud Hudepohl en de eindverantwoording van Piet Verschure. We hebben zaterdag in Sportcomplex Merwestein ook de bondsraadsvergadering. Dat is mooi te combineren met de landsfinale. Het weekend is befaamd onder teamspelers. Voor de breedtesport, wat KVC voor 90 procent is, vormt de landsfinale het ultieme doel om aan mee te kunnen doen. De dagcompetities, de ouderen en de 40-60 plussers. Al die teams spelen een heel seizoen om daar voor de nationale titel te kunnen spelen. Ik schat dat er zo’n 350 spelers aan meedoen, en om af te sluiten hebben we maandag de vrijwilligers dag, die steevast een perfecte afsluiting van het seizoen blijkt.’’
Naast alle positivisme, is helaas niet alles hosanna. ,,Het is een grote aderlating’’, vindt Jaap Labrujere, ,,dat Nederland zijn zetel is kwijtgeraakt bij de CEB. We betreuren dat Bennie Deegens als interim-voorzitter helaas niet is herkozen. Voor Nederland is het een goede zaak dat Santos Chocron een belangrijke rol blijft spelen binnen de UMB. Met de nieuwe voorzitter van de Europese bond, Diane Wild, heb ik een gesprek gehad dat wij graag willen blijven participeren. We willen Alex ter Weele, onze portefeuillehouder topsport naar voren schuiven om op die manier iemand dicht bij het vuur te hebben. ’’
Tien jaar na zijn aantreden begint Jaap Labrujere aan het laatste seizoen, waarin hij overigens niet minder ambitieus zal zijn. ,,Daarna heb ik er drie termijnen opzitten, van vier, drie en wederom vier jaar. Volgens de statuten en de reglementen moet ik dan aftreden. Het is ook tijd om plaats te maken voor jongeren, voor een nieuw bestuurlijk elan. Ik blijf overigens wel dienstbaar in de bondsraad en wil dat graag blijven doen, samen met onder andere Santos Chocron. Wij weten allebei hoe de hazen lopen binnen de KNBB."
"Dat is voor later. Mijn werk voor KVC is nog niet af. Ik ga met een enorme bezieling proberen om mijn doel waar te maken: Biljartend Nederland met elkaar verbinden.’’
Tekst: Frits Bakker (geredigeerd)
Foto's: Jaap Labrujere (met Bennie Deegens bij de landsfinale, sprekend op het CEB congres in Rome en tijdens een competitiewedstrijd in het Zeeuwse)